De man sloeg op 17 juni 2020 zijn 12-jarige kind met een riem tegen het lichaam, terwijl het hele gezin daarbij aanwezig was. De moeder van het slachtoffer greep niet in toen dit gebeurde. 

Volgens de rechtbank is het slaan van een kind met een riem heftig geweld en zeer ernstig. De man maakte misbruik van het overwicht dat hij als volwassene had op zijn kind. De mishandeling vond bovendien plaats in het eigen huis, een plek waar het kind zich bij uitstek veilig zou moeten voelen. Het vertrouwen dat een kind in zijn ouders mag hebben is daarmee ernstig geschonden. 

De ouders van het kind werken inmiddels goed mee aan passende hulpverleningstrajecten, waarbij de veiligheid en het welbevinden van de kinderen in de gaten worden gehouden. Vanuit de betrokken instanties zijn geen (nieuwe) signalen van kindermishandeling. Aandacht van de Reclassering is nu dan ook niet nodig. De rechtbank maakt hieruit op dat het goed gaat in het gezin en weegt dit in het voordeel van de ouders mee bij de strafoplegging.

De rechtbank kijkt bij het bepalen van de strafmaat ook naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Daarnaast houdt ze rekening met het tijdsverloop van de zaak. De rechtbank legt een lagere straf op dan geëist door de officier van justitie. Dit komt vooral door het feit dat de rechtbank de ouders vrijspreekt van de ten laste gelegde periode september 2015 tot en met 16 juni 2020. De strafeis van de officier van justitie was hier mede op gebaseerd. Alles afwegend vindt de rechtbank een taakstraf van 40 uur een passende straf.