In de zaak van de verdachte die als enige nog vast zit, verzocht zijn advocaat ook om schorsing. Hoewel de officier van justitie zich daartegen verzet, wijst de rechtbank het verzoek van de advocaat toch toe. Daarvoor is van belang dat deze verdachte inmiddels 296 dagen gevangen zit en er geen concreet zicht op inhoudelijke behandeling is. Ook bestaat volgens de rechtbank gezien het tijdsverloop inmiddels geen gevaar meer dat de verdachte zal vluchten. Hoewel de ernstige bezwaren en de overige gronden die reden zijn voor de voorlopige hechtenis nog wel bestaan, oordeelt de rechtbank dat het persoonlijk belang dat verdachte heeft om zijn proces in vrijheid af te wachten op dit moment voorgaat op het strafvorderlijk belang.