Op donderdag 6 maart 2025 woedde er een grote brand in de binnenstad van Arnhem. Door de brand werd een compleet woningblok met daaronder winkels verwoest. Daardoor raakten meerdere bewoners hun huis kwijt. Bij de brand vielen geen slachtoffers.

De politie gaat uit van brandstichting en pakte daarom twee Arnhemmers (van 30 jaar en 57 jaar) en een 41-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats op voor hun mogelijke betrokkenheid bij het ontstaan van de brand. Vandaag werden de mannen voorgeleid bij de rechter-commissaris. Die besliste dat de mannen 14 dagen langer blijven vastzitten. Een voorgeleiding bij de rechter-commissaris is niet openbaar. Over de precieze afweging en motivering van de beslissing van de rechter-commissaris in deze zaak doet de rechtbank verder geen mededelingen. 

In Nederland geldt het uitgangspunt dat een verdachte zijn strafzaak in vrijheid mag afwachten. De rechter-commissaris beoordeelt of een verdachte na zijn aanhouding en inverzekeringstelling (de tijd dat een verdachte vastzit voordat hij bij de rechter-commissaris komt) langer in voorlopige hechtenis moet blijven. De rechter-commissaris kijkt daarbij onder andere naar de aard en de ernst van de verdenking, het onderzoeksbelang, vluchtgevaar en de kans op herhaling. Als een schorsing van de voorlopige hechtenis aan de orde is, weegt de rechter-commissaris het persoonlijke belang van de verdachte af tegen het strafvorderlijk/maatschappelijk belang. 

Doordat de rechter-commissaris besliste dat de mannen 14 dagen langer blijven vastzitten begint de periode die voorlopige hechtenis wordt genoemd. Mocht de officier van justitie de mannen nog langer vast willen houden, dan moet hij naar de raadkamer van de rechtbank.

In de raadkamer zitten drie rechters die samen beslissen over het voortduren van de voorlopige hechtenis. De raadkamer kan een zogenoemd bevel gevangenhouding geven voor maximaal 90 dagen. Binnen een periode van 90 dagen moet de zaak voor de eerste keer bij de strafrechter bij de rechtbank komen.