Op 4 november 2019 trof de politie in de woning van de man uit Dodewaard - en zijn toenmalige, inmiddels overleden partner - duizenden geneesmiddelen en verdovende middelen aan. De man uit Dodewaard werd dezelfde dag aangehouden. Op dat moment bezat hij 10 postpakketten waarin geneesmiddelen en verdovende middelen zaten. De man uit Bunschoten-Spakenburg werd ervan verdacht de leverancier te zijn van de aangetroffen middelen.

Volgens de rechtbank maakte de man uit Dodewaard zich samen met zijn toenmalige partner zich schuldig aan het in voorraad hebben van medicijnen en verdovende middelen. Ook was hij actief betrokken geweest bij de handel in deze middelen. Dit bleek uit bestellingen van klanten die hij opnam en pakketten die hij afleverde. Verder kocht de man samen met zijn partner de geneesmiddelen in. De man en zijn partner hadden daarvoor geen vergunning en waren daar ook niet vanuit hun beroep toe bevoegd.

De rechtbank vindt het bijzonder kwalijk dat de man zonder medische kennis van zaken hun klanten  van diverse soorten medicatie heeft voorzien. De illegale handel in en de verstrekking van geneesmiddelen is een misdrijf waardoor de volksgezondheid ernstig wordt bedreigd en geschaad. Niet voor niets is het voorschrijven en verstrekken van medicatie voorbehouden aan artsen, apothekers en mensen die daar speciaal voor zijn aangewezen. De man bracht door zijn handelen de levens en gezondheid van mensen in gevaar en dat alleen voor eigen financieel gewin.

Volgens de rechtbank bevat het dossier van de man uit Bunschoten-Spakenbrug aanwijzingen dat hij zich heeft bezig gehouden met de handel in geneesmiddelen en verdovende middelen. Maar de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Alleen het feit dat de man uit Dodewaard en zijn partner hem hebben aangewezen als de leverancier van de middelen, is voor de rechtbank onvoldoende voor een bewezenverklaring. De man wordt daarom vrijgesproken.