Hoewel de gevolgen van de aanrijding zeer onomkeerbaar zijn, oordeelt de rechtbank – in tegenstelling tot de officier van justitie - dat de vrouw geen schuld had aan het verkeersongeval. Dat sprake is van juridische schuld kan namelijk niet zonder meer uit de ernst van de gevolgen van een ongeval worden afgeleid. De rechtbank stelt vast dat er sprake is van 1 op zichzelf staande verkeersfout. De vrouw zag het slachtoffer op het zebrapad over het hoofd in een enkel moment van onoplettendheid, waardoor zij het slachtoffer geen voorrang verleende. Zo'n verkeersfout is niet zodanig ernstig van aard dat enkel daaruit geconcludeerd kan worden dat er sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet. De rechtbank spreekt de vrouw daarom vrij van dit verwijt. De rechtbank vindt wel bewezen dat de vrouw gevaar op de weg heeft veroorzaakt en dus een verkeersovertreding heeft begaan.