De rechtbank houdt er bij de strafoplegging rekening mee met dat de man bereid is aan zichzelf te werken. Dat liet hij tijdens de periode van zijn schorsing van de voorlopige hechtenis al zien. Ook is de man niet eerder veroordeeld.
De rechtbank vindt een gevangenisstraf van 12 maanden – waarvan 10 maanden voorwaardelijk - passend. Daarbij legt ze een taakstraf van 150 uur op. Aan de voorwaardelijke straf verbindt de rechtbank een proeftijd van 3 jaar. Ook legt de rechtbank de bijzondere voorwaarden op zoals door de reclassering geadviseerd en de bijzondere voorwaarde van beschermd dan wel begeleid wonen.