Een 31-jarige man zag dat er een ruzie gaande was voor zijn winkel tussen een groep jongens en de 44-jarige man, die met een mes zwaaide. De 31-jarige man liep op de man af om het mes van hem af te pakken. Omdat de man met het mes hem bijna in het gezicht raakte, pakte hij de man bij de hand/arm vast waarin deze het mes had en duwde hem weg. De rechtbank vindt het handelen van de 31-jarige man in deze bedreigende situatie geoorloofd. Niet kan worden gezegd dat de 31-jarige man zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld gepleegd in groepsverband.
Een 29-jarige man pakte de 44-jarige man met het mes bij de hand/arm waarin deze het mes hield, om de 31-jarige man te helpen het mes af te pakken. De man wist zich los te rukken en stak de 29-jarige man met het mes in zijn arm en been. Kort voor- en nadat de 29-jarige man werd gestoken - schopte hij de man. De 1ste keer omdat hij het mes uit zijn hand wilde trappen, de 2e keer uit reactie op het steekgeweld van de man. Niet is gebleken dat een ander of anderen rond of tijdens het schoppen van de 29-jarige man onrechtmatig geweld tegen de man gebruikte(n) of dat op dat moment sprake was van openlijke geweldpleging in groepsverband tegen de man.
Een 34-jarige man liep die avond nabij het Stationsplein in Zutphen, vermoedelijk met het vleesmes in de hand waarmee de 44-jarige man later die nacht is gestoken ter hoogte van de borst. De rechtbank vindt dat er geen bewijs is dat de 34-jarige man de man heeft bedreigd met het mes, laat staan degene is die hem met het mes heeft gestoken. Verder blijkt niet dat hij heeft bijgedragen aan het gebruik van geweld tegen de man.
Voor een 32-jarige man - voor zover hij al aanwezig was - en een 28-jarige man is geen bewijs dat zij geweld tegen de 44-jarige man gebruikten of bijdroegen aan het gebruik van enig geweld tegen hem door anderen.
De rechtbank komt daarom in alle gevallen tot een vrijspraak.