De rechtbank legt - in tegenstelling tot de eis officier van justitie - wel een deels onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid op. Ze oordeelt dat het delict te ernstig is om te volstaan met een geheel voorwaardelijke ontzegging. De rechtbank legt alles afwegend een taakstraf op van 120 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van acht maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.