De man was met zijn vrachtwagen onder andere aanwezig tijdens 1 van de demonstraties in Stroe in juni 2022, nadat minister Van der Wal namens het Kabinet de stikstofplannen bekend had gemaakt. Achterop de vrachtwagen van de man stonden de namen van Pim Fortuyn en Theo van Gogh met een rood kruis en hun sterfdatum. Daaronder stonden de naam van de minister, een rood kruis en een vraagteken. De minister deed aangifte vanwege deze tekst. 

De man verklaarde zelf geen bijbedoeling te hebben met het plakken van de stickers op zijn vrachtwagen. Volgens de officier van justitie konden zowel de opruiing als de bedreiging bewezen worden. Volgens hem had de man kunnen weten dat hij met zijn uitlatingen zou kunnen bijdragen tot het aanzetten van geweld. De tekst op zijn vrachtwagen had kunnen werken als een rode lap op een stier. De man zou bovendien volgens de officier van justitie op een berekenende wijze te werk zijn gegaan. De officier van justitie eiste een voorwaardelijke celstraf van 1 maand en een werkstraf van 80 uur.

De advocaat bepleitte dat zijn cliënt nooit de bedoeling heeft gehad om met zijn actie tot geweld aan te zetten en vroeg vrijspraak. 

De politierechter oordeelt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat sprake is van zowel opruiing als bedreiging aan het adres van de minister. Ze stelt dat de man met zijn actie had moeten weten dat hij hiermee iemand zou kunnen aanzetten tot het plegen van een strafbaar feit. Volgens de politierechter had de minister dan in hetzelfde rijtje terecht kunnen komen als Fortuyn en Van Gogh. Volgens de politierechter heeft de man bepaalde grenzen fors overschreden. Bovendien heeft de man verschillende momenten gehad om zich te bedenken. Ze vindt de feiten dermate ernstig dat zij tot een hogere straf komt dan de officier van justitie.