De rechtbank stelt vast dat de man aan of in de buurt van de gaskraan in de meterkast - die zich buiten zijn woning bevindt - een handeling heeft verricht waardoor gas is ontsnapt. Overigens heeft de man hiervoor volgens de rechtbank een aannemelijke en geloofwaardige verklaring afgelegd.

Het gas is vervolgens naar buiten over de galerij uitgestroomd. Deze uitstroom van gas kan volgens de rechtbank ten eerste niet bijdragen aan het ontstaan van een ontploffing in zijn woning zoals is ten laste gelegd. Verder is er in zijn woning geen gasconcentratie gemeten. Ook is er geen mogelijke ontstekingsbron in zijn woning vastgesteld. Tot slot is niet vast komen te staan dat de gaskraan zodanig lange tijd heeft open gestaan dat er een risico van onmiddellijk ontploffingsgevaar zou zijn opgetreden. De enkele verklaring van een getuige dat er zeker een ontploffing zou hebben plaatsgevonden als de Nijmegenaar de cv-installatie zou hebben aangezet beschouwt de rechtbank als onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Hierbij neemt de rechtbank ook de verklaring van dezelfde getuige in aanmerking dat in de woning geen gas is gemeten.

Volgens de rechtbank kan onder deze omstandigheden niet worden vastgesteld of er sprake was van een aanmerkelijke kans dat er een ontploffing zou kunnen plaatsvinden. Hierdoor kan ook niet worden bewezen dat de man de aanmerkelijke kans daarop op de koop toe heeft genomen.