De rechtbank vindt in het procesdossier geen aanknopingspunten voor een motief. Ook ziet de rechtbank in het bizarre gedrag van de man na het overlijden van de vrouw geen reden om aan te nemen dat hij sporen wilde wissen, nu overal in de woning nog zichtbare sporen aanwezig waren. Dit alles duidt eerder op provisorisch opruimen om voor het oog van de familie van de vrouw geen gênante sporen van het excessieve drugsgebruik zichtbaar te laten zijn.
De man verklaarde bij de politie wisselend en kwam bij de inhoudelijke behandeling op 16 juni jl. met nieuwe informatie. De officier van justitie gaat niet uit van die verklaring. Maar de rechtbank schuift deze verklaring niet direct aan de kant. De wisselende wijze waarop de man heeft verklaard en het late tijdstip waarop hij met de nieuwe informatie kwam, kan namelijk komen doordat ook hij, net als de vrouw, op 9 april 2020 veel GHB en lachgas had gebruikt. Dat kan een negatieve invloed hebben gehad op zijn vermogen zich de gebeurtenissen van die dag goed te herinneren.