Het Openbaar Ministerie (OM) koos voor een vervolging op de voet van artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht. Maar door het plaatsen van de kastjes was een niet digitaal gegeven (de feitelijke locatie van het voertuig) langs, kort gezegd, digitale weg ergens anders te zien. De voor dat volgen noodzakelijke gegevensstroom vindt plaats zonder wederrechtelijk inbreuk te maken op een geautomatiseerd werk van iemand anders dan de verdachten. De geplaatste track & trace kastjes zijn, net als de ontvangende telefoon en computer, van de man en vrouw uit Vlaardingen. En ook het door de track & trace kastjes verzonden GSM-signaal ging geheel buiten aangeefster om.
Artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht gaat over het afluisteren, aftappen of opnemen van ‘een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht of andere gegevensverwerking door een geautomatiseerd werk’ van een derde, in dit geval het slachtoffer. Daarvan is in deze zaak dus geen sprake.