De rechtbank moest zich over de vraag buigen of de vrouw met voorbedachte raad heeft gehandeld. Met andere woorden; had zij gepland om de man te doden en kon de vrouw over dat plan nadenken? De rechtbank vindt van wel en komt tot de conclusie dat de vrouw de man vermoord heeft. In het dossier ziet de rechtbank meerdere aanwijzingen waaruit zij afleidt dat de vrouw al eerder speelde met de gedachte de man uit te schakelen. In de nacht van 28 januari 2019 ging de vrouw meerdere keren naar het toilet en dwaalde rond door de woning. Toen zij een hamer zag liggen in de woning, dacht ze: ‘ik kom anders nooit van hem af, hij laat mij nooit gaan.’ Ze besloot de hamer op dat moment niet te pakken en liep weg. Vervolgens liep ze terug, pakte alsnog de hamer en ging naar de slaapkamer waar de man lag te slapen. Daar sloeg de vrouw hem meerdere malen met de hamer op zijn hoofd. De man overleed aan zijn verwondingen.
De rechtbank leidt hieruit af dat de vrouw het plan om de man te doden bedacht toen zij de hamer zag liggen. Volgens de rechtbank heeft de vrouw nagedacht over het plan en de gevolgen en consequenties hiervan. Nergens uit is gebleken dat de vrouw handelde vanuit een hevige gemoedsbeweging.