De rechtbank oordeelt - net zoals de officier van justitie - dat de 73-jarige vrouw kan worden verweten dat zij bij het rechts afslaan aan een scooter op een voorrangsweg voorrang had moeten verlenen en zij het slachtoffer had kunnen en moeten zien. De rechtbank stelt daarbij vast dat de vrouw geen andere verkeersfouten heeft gemaakt. De vrouw keek naar links, rechts en opnieuw naar links. Zij kon niet aangeven waarom zij de scooterrijdster niet zag.
Los van de verschrikkelijke en onomkeerbare gevolgen voor het slachtoffer en de nabestaanden, is in dit geval sprake van een verkeersfout die in de wet staat omschreven als verkeersovertreding en niet als een misdrijf.