Op 19 maart 2022 reed de vrouw op een drukke parkeerplaats in Ede tegen de bedrijfsbus van het slachtoffer aan. Kort nadat het slachtoffer haar daarop had aangesproken, reed de vrouw het slachtoffer aan. Vervolgens reed zij meerdere malen over hem heen, onder meer over zijn hoofd en borst. Daarna reed ze weg, waarbij ze het slachtoffer in zeer kritieke toestand achterliet. Het slachtoffer overleed later die dag. 

Anders dan de vrouw stelde, vindt de rechtbank bewezen dat zij het slachtoffer daadwerkelijk zag  voordat zij hem aanreed. De rechtbank vindt doodslag bewezen, waarbij de rechtbank ervan uitgaat dat de vrouw bewust de kans aanvaardde dat het slachtoffer kon overlijden door haar handelen. 

Het delict speelde zich af op een zaterdagmiddag op een drukke parkeerplaats. Er waren veel mensen getuige van de aanrijding. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat getuigen heel erg geschrokken zijn en maanden later nog steeds last hadden van de confrontatie met deze aanrijding. Het gaat om een ernstige handeling met onomkeerbare gevolgen. De nabestaanden moeten plotseling hun echtgenoot, vader en broer missen. Het leed en gemis is enorm voor ze. Geen enkele straf zal bij de nabestaanden het aangerichte leed kunnen wegnemen. 

Bij de vrouw is sprake van psychische problematiek, waardoor de doodslag in verminderde mate aan haar moet worden toegerekend. De rechtbank houdt hiermee bij het bepalen van de straf nog meer rekening dan de officier van justitie, waardoor de rechtbank een lagere straf oplegt dan de 9 jaar cel die de officier van justitie eiste.

Tot slot moet de vrouw schadevergoedingen betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer. Het gaat hier om een totaalbedrag van bijna 90 duizend euro.