De man liep in juni 2024 op klaarlichte dag met een deels bedekt gezicht, een rugzak met daarin onder andere ducttape, tiewraps en een gaspistool naar een autowasserette in Wageningen. Daar bedreigde hij een willekeurig gekozen slachtoffer met een gaspistool. Het slachtoffer was nietsvermoedend bezig zijn auto te wassen. Het slachtoffer ging (intuïtief) op de man af, waarna de man twee schoten loste met het wapen. De man schoot één keer in de lucht en één keer vlak langs het lichaam van het slachtoffer op de grond. De man pakte vervolgens de portemonnee en de sleutels van het slachtoffer uit zijn auto. 

De rechtbank oordeelt dat sprake is van een ernstig strafbaar feit, waarbij een gevangenisstraf van langere duur zonder meer past. Het slachtoffer ondervindt nog altijd de gevolgen deze beangstigende gebeurtenis, terwijl de man uit Warnsveld puur aan zijn eigen financiële gewin dacht. Een psycholoog onderzocht de man. Uit dit onderzoek bleek dat bij hem sprake is van meerdere psychische stoornissen, waaronder een depressieve stoornis en een ernstige stoornis in alcohol- en drugsgebruik. De man had in de nachten voor de gebeurtenis amper geslapen en gebruikte veel drugs. De psycholoog constateerde dat de psychische stoornissen het handelen van de man beïnvloedde. De rechtbank neemt daarom het advies van de psycholoog over om het delict in verminderde mate aan hem toe te rekenen. 

De man is in november 2024 opgenomen in een forensische kliniek. Daar wordt hij behandeld voor zijn problematiek. De man gaf openheid van zaken en nam verantwoordelijkheid voor zijn daden. Daarbij zei hij niet alleen gemotiveerd te zijn voor behandeling, maar dit heeft hij in de kliniek ook laten zien. De rechtbank vindt het niet wenselijk om het lopende behandeltraject nu nog te doorkruisen. Daarom gaat de man niet terug naar de gevangenis. Hij krijgt een gevangenisstraf opgelegd die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Daarnaast legt de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf op van een jaar. Aan die voorwaardelijke straf verbindt de rechtbank een fors kader aan bijzondere voorwaarden, waaronder de voortzetting van de klinische behandeling en daarna begeleid wonen.

Tot slot moet de man aan het slachtoffer een smartengeld betalen van 10 duizend euro.