Naar aanleiding van de aangifte inkomstenbelasting van de politieagent ontstond discussie over de vraag of de door de minister van BZK toegekende uitkering belast is of niet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitkering inderdaad belast is, omdat het een ‘voordeel uit dienstbetrekking’ (loon) is. De minister van BZK heeft tot de toekenning besloten als verantwoordelijke voor de arbeidsvoorwaarden van het politiepersoneel en alleen een politieagent zou deze toekenning hebben gekregen. De uitkering is niet aan te merken als een onbelaste schadevergoeding voor immateriële schade en verlies aan arbeidskracht, omdat de politieagent in deze procedure heeft verklaard dat hij met de doorbetaling van loon en de smartengelduitkering al volledig schadeloos was gesteld. De vrijstelling in de Wet op de loonbelasting voor ‘voordelen die maatschappelijk gezien niet als beloning voor verrichte werkzaamheden worden ervaren’ is per 1 januari 2011 vervallen.