De rechtbank weegt bij de strafoplegging mee dat een hulpverlener een bijzondere verantwoordelijkheid heeft voor zijn cliënt. De man had zich professioneel moeten opstellen en geen misbruik mogen maken van de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de vrouw.
Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van drie jaar. Mocht de man zich in deze periode toch schuldig maken aan iets strafbaars, dan moet hij het voorwaardelijke deel van de celstraf alsnog uitzitten.