Tussen juni 2019 en december 2019 pleegde de man meerdere misdrijven. Zo bedreigde de man meerdere personen en mishandelde hij iemand. Daarnaast verzette de man zich met geweld tegen politieagenten toen zij hem wilden aanhouden. Ook stichtte hij brand in zijn woning en overtrad zijn eerder gegeven gedragsaanwijzing.

Uit psychiatrisch onderzoek blijkt  dat de man tijdens het plegen van de delicten volledig ontoerekeningsvatbaar was, omdat hij lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank oordeelt op basis hiervan dat de bewezenverklaarde delicten de man niet kunnen worden toegerekend. De man is daardoor niet strafbaar en wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank komt dan ook niet toe tot het opleggen van een straf of maatregel.

De rechtbank verleent in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) wel een zorgmachtiging aan de man. Deze machtiging houdt in dat hij 6 maanden lange verschillende verplichte zorgmaatregelen krijgt opgelegd. Volgens de rechtbank is deze verplichte zorg noodzakelijk om ernstig nadeel voor hemzelf of anderen af te wenden en de geestelijke gezondheid van de man te stabiliseren.