Volgens de officier van justitie maken deze verdenkingen deel uit van een lange reeks incidenten sinds 2017. De boer meende tegen passanten die gebruik maakten van de openbare weg tekeer te mogen gaan. Ze noemde dit gedrag van de boer stuitend en onbeschoft. De officier van justitie stelde dat alle verdenkingen wettig en overtuigend bewezen zijn. Volgens de officier van justitie leidde het gedrag van de boer tot gevoelens van angst en onrust in de samenleving. Ze eiste daarom een taakstraf van 240 uur. Als stok achter de deur eiste de officier een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden. Daarbij vroeg ze voor elke bedreiging (4 in totaal) een voorwaardelijke rijontzegging van een maand.
De advocaat van de boer betwistte alle verdenkingen en vroeg om vrijspraak.