De verdachte heeft bij de politie direct bekend dat hij de kokende olie over de 2 medewerkers van het azc heeft gegooid. Hij heeft dit gedaan, nadat hij die betreffende middag had gehoord dat hij zou worden overgeplaatst naar een ander azc. De verdachte was het hier niet mee eens en wilde voorkomen dat hij naar zijn land van herkomst zou worden gestuurd.
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte volgens een vooropgezet plan heeft gehandeld. De rechtbank gaat hierbij uit van de verklaring die de verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd. Die verklaring houdt in dat de verdachte boos was en wraak wilde nemen op medewerkers van het azc. Daarom heeft hij olie verwarmd in de keuken op de derde verdieping van het azc en vervolgens bewust het brandalarm in de keuken geactiveerd zodat medewerkers van het azc via de trap naar de keuken zouden komen.
Bovenaan de trap richting de keuken, heeft de verdachte 2 pannen met olie over de 2 medewerkers van het azc gegooid. De rechtbank ziet hierin een vooropgezet plan om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan de medewerkers van het azc.