De verdachte heeft ontkend dat hij de schutter is geweest. Hij verklaart dat hij het slachtoffer die nacht wel in de bar heeft ontmoet, maar dat de ruzie snel was bijgelegd. Dat vindt de rechtbank niet geloofwaardig. Op grond van getuigenverklaringen, berichten die het slachtoffer zelf kort voor zijn dood verstuurde en forensisch bewijs zoals DNA van verdachte onder de vingernagels van het slachtoffer, staat het voor de rechtbank vast dat verdachte de schutter moet zijn geweest. Daarnaast geven noch het onderzoek, noch de verklaring van verdachte aanleiding te denken dat het anders is gegaan.