De verdachte en het slachtoffer hadden een ongelijkwaardige relatie, waarbij de verdachte bepalend en bezitterig was, het slachtoffer controleerde en isoleerde van haar omgeving. Volgens getuigen werd zij mishandeld door de verdachte en voelde zij zich vaak angstig. Het slachtoffer zou hebben aangegeven dat zij weg wilde bij de verdachte, waarop hij dreigde haar te doden en iets over haar heen te gooien, zodat niemand haar ooit nog zou vinden. Vlak voor haar dood ontving zij haar Nederlands paspoort, dat haar meer ruimte gaf om eigen keuzes te kunnen maken.