De verdachte heeft zijn moeder, nadat zij was overleden, in plastic folie gewikkeld en in een kist gelegd. Vervolgens heeft hij deze kist dichtgekit, met tape afgeplakt en met touw dichtgebonden. Ook heeft de verdachte geurmiddelen in de ruimte geplaatst tegen de stank.

De verdachte heeft het overlijden van zijn moeder niet gemeld bij de juiste instanties, terwijl dit verplicht is. De uitkeringen van zijn moeder werden daardoor na haar overlijden gewoon doorbetaald. Verdachte had toegang tot de rekening van zijn moeder en heeft het uitkeringsgeld, totaal 70.000 euro, uitgegeven.

De man heeft op de zitting gezegd dat hij het lichaam van zijn moeder heeft verborgen, omdat dit haar laatste wens was. Zij zou op haar sterfbed tegen hem hebben gezegd dat hij het tegen niemand mocht vertellen als zij zou zijn overleden. De rechtbank kan niet nagaan of zijn moeder dit daadwerkelijk heeft gezegd. Verdachte is de enige die dit verklaart.

Volgens de rechtbank heeft verdachte vooral een financieel motief gehad. Doordat hij het overlijden van zijn moeder niet heeft gemeld, bleven de uitkeringen van zijn moeder doorlopen en ging hij er maandelijks financieel niet op achteruit. De rechtbank vindt de handelingen en de keuzes die verdachte heeft gemaakt getuigen van disrespect voor zijn moeder, die, ook na haar dood, recht had op een integere behandeling. Verdachte heeft bovendien aan anderen de mogelijkheid ontnomen om van zijn moeder afscheid te nemen.

Anders dan de officier van justitie, vindt de rechtbank daarom een taakstraf niet passend. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 6 maanden. De verdachte moet de ten onrechte betaalde uitkeringen terugbetalen.