De rechtbank vindt het bewezen dat de verdachte haar toenmalige partner met een mes in de nek heeft gestoken en is van oordeel dat zij daarmee een poging tot doodslag heeft begaan. Aan de verdachte is echter geen straf opgelegd, omdat de rechtbank vindt dat de verdachte heeft gehandeld uit zelfverdediging. De toenmalige partner van de verdachte had benzine over haar gegooid, haar gedreigd in brand te steken en haar in een soort nekklem gehouden waaruit zij niet kon komen. Door het steken met het mes dat binnen haar handbereik lag heeft de verdachte zich hiertegen op gepaste wijze verdedigd door eenmaal te steken. De rechtbank heeft de verdachte ten aanzien van dit feit ontslagen van alle rechtsvervolging.