Op 7 mei 2017 krijgt de politie Limburg melding van politie Den Haag dat de taxi van het slachtoffer om 9.30 uur onbeheerd en met bloed besmeurd op de A12, ter hoogte van Zevenhuizen, is aangetroffen. De politie-eenheid Den Haag stelt een onderzoek in naar de sporen in de taxi en in de omgeving van de taxi en kijkt uit naar de eventuele personen in omgeving die gewond zijn. De verdachte wordt even later besmeurd met bloed aangetroffen op een afstand van 1750 meter van de taxi. Op de route van taxi tot verdachte zijn door een speurhond 2 lege portemonnees en pasjes van de taxichauffeur langs de weg aangetroffen. Door de boordcomputer van de taxi uit te lezen, is vastgesteld dat de laatste rit van deze taxi in Maastricht is begonnen en geëindigd in Spaubeek.
De Limburgse politie wordt door hen op de hoogte gehouden van de bevindingen. De politie Limburg gaat in de vroege middag naar het adres van de taxichauffeur. Op dit adres wonen ook de ouders en tweelingbroer van het slachtoffer en hier blijkt dat het slachtoffer is vermist.
Diezelfde ochtend hebben Nederlandse wandelaars met hun honden in Selfkant-Isenbruch in Duitsland het lichaam gevonden van een levenloze man. De politie Limburg geeft dit door aan de Duitse politie. Na onderzoek blijkt het om de vermiste taxichauffeur te gaan.