De verdachte was, samen met een aantal andere werknemers van een bestratingsbedrijf, in een boerderijwoning in Amstenrade gehuisvest. Uit het procesdossier volgt dat er al enkele dagen een gespannen sfeer hing tussen het uiteindelijke slachtoffer en de verdachte, waarbij het slachtoffer de verdachte eerder heeft belaagd en geslagen. Op 28 juli 2018 komt het weer tot een confrontatie tussen hen beiden, als het slachtoffer de verdachte aanvalt.
De verdachte reageert hierop door – aanvankelijk gerechtvaardigd – terug te vechten. Zodra de verdachte echter de controle krijgt in het gevecht, het slachtoffer op de grond ligt en geen acuut gevaar meer vormt, had de verdachte het door hem gebruikte geweld moeten afbouwen en vervolgens staken. In plaats daarvan heeft de verdachte het slachtoffer echter in een zodanige krachtige nekklem genomen, dat hij hem hiermee heeft gewurgd. De verdachte heeft daarbij ook nog zijn hand op de mond van het slachtoffer gelegd.