De twee verdachten hebben zich op 11 januari 2017 in een loods in Heerlen schuldig gemaakt aan een schietpartij, waarbij het slachtoffer ernstig gewond is geraakt. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachten van tevoren een plan hebben gemaakt om het slachtoffer van het leven te beroven. Een poging tot moord vindt de rechtbank daarom niet bewezen. Wel acht de rechtbank een poging tot doodslag bewezen.

In de zaak tegen de 28-jarige verdachte is de rechtbank van mening dat de verklaring van het slachtoffer niet voor het bewijs mag worden gebruikt, omdat het slachtoffer zonder goede reden meermalen heeft geweigerd een getuigenverklaring af te leggen én omdat het dossier, behalve deze verklaring van het slachtoffer, onvoldoende ander bewijs bevat dat deze verdachte al dan niet samen met anderen op het slachtoffer heeft geschoten. Daarom is deze verdachte vrijgesproken.

Het kennelijke gemak en de berekendheid waarmee de verdachten deze schietpartij hebben gepleegd, geeft blijk van een professionaliteit die de rechtbank ernstige zorgen baart. Het kennelijke doel was ordehandhaving binnen het criminele drugscircuit, vanwege de vermeende diefstal van een partij drugs. Een lange gevangenisstraf is dan ook de enige passende straf in deze zaak. Ook moeten de verdachten het slachtoffer een schadevergoeding betalen voor zowel materiële als immateriële schade.