De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast. In deze zaak gaat het om een destijds 19-jarige verdachte aan wie op grond van zijn leeftijd volgens het jeugdstrafrecht een sanctie opgelegd kan worden. Op grond van de wet kan en mag de rechter de ernst van het feit daarbij niet meewegen, hoe onverteerbaar dit ook kan zijn voor de nabestaanden. Een psychiater en een psycholoog hebben de verdachte onderzocht en hebben bij hem persoonlijkheidsproblematiek vastgesteld die meervoudig en complex is. Zij adviseren tot toepassing van het jeugdstrafrecht, gelet op de onrijpe persoonlijkheidsontwikkeling, waardoor hij functioneert op een niveau van een 15- tot 16-jarige, én gelet op de problematiek van de verdachte, die heeft doorgewerkt in het begaan van het strafbare feit. Daarbij geven de deskundigen aan dat er geen redenen zijn om het jeugdstrafrecht niet toe te passen.