De verdachten hebben het slachtoffer die bewuste avond naar de woning van Sandra K. gelokt. Florian S. was jaloers op de manier waarop het slachtoffer met Sandra K. praatte en wilde hem daarop aanspreken. In de woning werd het slachtoffer vrijwel direct om het leven gebracht door Florian S., die minstens 24 keer met een hamer op het hoofd van het slachtoffer insloeg. Daarna hebben de verdachten met de hulp van een derde persoon het lichaam in de berging verstopt en zijn de verdachten samen gevlucht.

Sandra K. heeft zelf geen geweldshandelingen verricht, maar haar rol is nevengeschikt te noemen aan die van Florian S. Zij heeft een cruciale rol gespeeld voorafgaand aan het feit, tijdens het feit en erna. Haar handelingen zijn van voldoende gewicht om van medeplegen van doodslag te spreken.

Florian S. wordt vrijgesproken van moord omdat de rechtbank, net zoals het Openbaar Ministerie en de verdediging, niet bewezen acht dat er sprake was van ‘voorbedachten rade’. Daarnaast worden Florian S. en Sandra K. vrijgesproken van gekwalificeerde diefstal. Hoewel het leven van beide verdachten in die periode draaide om het verkrijgen van geld voor drugs en alcohol en een financieel motief een rol kan hebben gespeeld, staat het voor de rechtbank niet vast dat dit motief ook de doorslaggevende reden is geweest om het slachtoffer te doden.

Het slachtoffer werd totaal overvallen door het geweld en hij heeft geen schijn van kans gehad. Zijn dood is aan te merken als volkomen zinloos en zijn laatste momenten moeten vol pijn en angst zijn geweest. Florian S. heeft het slachtoffer met gruwelijk geweld om het leven gebracht en Sandra K. heeft daarbij een onmisbare rol gehad. Na de dood van het slachtoffer zijn zij volkomen respectloos met zijn lichaam omgegaan.

Naast de ernst van de feiten heeft de rechtbank ook gelet op de strafbladen van de verdachten, met daarop veroordelingen voor geweldsdelicten, en gelet op uitspraken in soortgelijke zaken. Ook is rekening gehouden met het tijdsverloop. Omdat al die tijd sprake was van voorlopige hechtenis van de verdachten had de zaak binnen 16 maanden afgedaan moeten worden. Deze termijn is met 7 maanden overschreden. 

De verdachten moeten daarnaast in totaal ruim 31.000 euro schadevergoeding betalen aan de moeder van het slachtoffer.