In 2007 achtte de Hoge Raad de tijd nog niet rijp voor toewijzing van een dergelijk verzoek. De rechtbank vindt dat, gelet op de maatschappelijke en juridische ontwikkelingen, de tijd nu wel rijp is voor erkenning van een derde gender. Volgens de rechtbank is sprake van een inbreuk op het privéleven, het zelfbeschikkingsrecht en de persoonlijke autonomie van belanghebbende nu belanghebbende zich niet als genderneutraal kan laten registreren. Om registratie als derde gender (als “X”) mogelijk te maken is een wetswijziging noodzakelijk. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek om in de geboorteakte van belanghebbende op te nemen “het geslacht van het kind is niet kunnen worden vastgesteld” zoals de tekst van artikel 1:19d BW luidt, wel kan worden toegewezen. De wetgever is nu aan zet.