Het handelen van verdachte heeft onherstelbaar leed toegebracht. De rechtbank heeft zich gerealiseerd dat geen enkele straf het verlies van een zoon, broer of vriend teniet kan doen. Verdachte kampt met een groot schuldgevoel richting de nabestaanden. Hij ondervindt geestelijk gevolgen van het ongeval en zal verder moeten leven met het gegeven dat door zijn toedoen iemand om het leven is gekomen.
Bij het bepalen van een passende straf kijkt de rechtbank niet alleen naar de in dit geval desastreuze gevolgen van de gemaakte verkeersfout, maar ook naar de ernst van de fout en de mate van schuld van een verdachte. De rechtbank legt in dit geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, zoals door de officier van justitie is geëist. Zij meent dat het opleggen van de maximale taakstraf en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid recht doet aan zowel de ernst van de gedraging als aan de persoon van verdachte. De rechtbank zal de rijontzegging voorwaardelijk aan verdachte opleggen, omdat een onvoorwaardelijke rijontzegging naar alle waarschijnlijkheid het onwenselijke gevolg zou hebben dat verdachte zijn baan kwijt raakt.