Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de Universiteit Maastricht voldoende gemotiveerd waarom de toegangsontzegging is opgelegd en op dit moment niet kan worden opgeheven. De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat onderzoek in het laboratorium in het kader van het promotieonderzoek van de promovenda alleen zinvol kan zijn als zij een supervisor heeft. De begeleiding bij een promotieonderzoek door de universiteit is immers van groot belang. Op dit moment heeft de promovenda geen supervisor en ook geen promotor.
De voorzieningenrechter doet een beroep op partijen om in onderling overleg tot een definitieve oplossing te komen. Beide partijen hebben hetzelfde doel: afronding van het promotieonderzoek van de promovenda.