Het onderzoek naar de Bandidos bevat tevens een aantal (pogingen tot) afpersingen en diefstallen (met geweld). De rechtbank oordeelt hierover dat er weliswaar sprake is van betrokkenheid van individuele clubleden bij zulke strafbare feiten, maar dat er geen bewijs is dat de Bandidos een samenwerkingsverband vormde met als doel het plegen van afpersingen en diefstallen. Zo bleek bijvoorbeeld niet van afspraken daarover binnen de club en was er geen aansturing vanuit de club of voordeel voor de club. Anders dan bijvoorbeeld de problemen met de Hells Angels was dit ook geen gespreksonderwerp tijdens clubvergaderingen. Om die reden is een aantal verdachten wel veroordeeld voor (poging tot) afpersing of diefstal, maar niet als crimineel samenwerkingsverband. Hetzelfde geldt voor verboden wapenbezit. Een aantal verdachten is veroordeeld omdat de politie bij hen een wapen had gevonden, maar de rechtbank heeft geen bewijs voor een criminele organisatie met als doel verboden wapenbezit.