Op nieuwjaarsochtend 2018 vond een geweldsincident plaats in Echt, waarbij het slachtoffer onder meer een hersenkneuzing opliep.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte het slachtoffer meerdere malen hard heeft geslagen en geschopt, onder meer tegen het hoofd en dat zelfs terwijl het slachtoffer op de grond lag. De rechtbank bestempelt deze uitbarsting van de verdachte als zinloos geweld tegen een man die enkel een groep jongeren aanspraak op baldadig gedrag. De rechtbank is niet meegegaan in het standpunt van de verdachte dat sprake was van uit de hand gelopen zelfverdediging (noodweerexces). Integendeel, de rechtbank concludeert dat juist de verdachte zelf de confrontatie opzocht en het slachtoffer uitdaagde.

De 20-jarige broer van de 19-jarige jongeman is vrijgesproken. Ook hij werd verdacht van het (mede)plegen van het geweld tegen het slachtoffer. De rechtbank is echter van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat ook hij het slachtoffer heeft getrapt en/of geslagen.

De rechtbank heeft in verband met de persoonlijkheid van de verdachte het jeugdstrafrecht toegepast bij de 19-jarige jongeman. Dat houdt onder meer in dat bij de strafoplegging de bijdrage van de straf aan de ontwikkeling van de jeugdige een belangrijke rol speelt. Gebleken is dat de verdachte problemen kent op meerdere gebieden en om recidive te voorkomen is een strikt kader van toezicht en behandeling nodig. Daarom moet hij zich gedurende maximaal 3 jaren verplicht laten behandelen voor zijn problemen. Houdt hij zich niet aan deze voorwaarden of pleegt hij opnieuw strafbare feiten, dan zal hij alsnog 10 maanden jeugddetentie moeten uitzitten. Verder is hij ook veroordeeld tot onvoorwaardelijke jeugddetentie van 4 maanden, welke tijd hij inmiddels in voorarrest heeft gezeten.