De motorboot waarop de slachtoffers zaten werd feitelijk bestuurd door de 55-jarige man die niet in het bezit was van een vaarbewijs. De 55-jarige bestuurder van de motorboot heeft volgens de rechtbank te hard gevaren en zijn snelheid onvoldoende aangepast aan de situatie ter plaatse. Het was die dag erg druk op de Maas. Op het moment dat hij de tegemoetkomende motorboot naderde, was hij hierdoor niet in staat een aanvaring te voorkomen. De rechtbank heeft het vaargedrag aangemerkt als aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam.

Op de motorboot, die werd bestuurd door de 55-jarige man, zat tevens de 59-jarige schipper die wel in het bezit was van een vaarbewijs. De 59-jarige schipper was volgens de rechtbank verantwoordelijk voor het vaargedrag op de motorboot. Doordat hij heeft verzuimd om in te grijpen of instructies te geven aan de 55-jarige bestuurder van de motorboot op het moment dat hij het idee kreeg dat het fout zou gaan, heeft de 59-jarige schipper onachtzaam en nalatig gehandeld. 

De 65-jarige schipper van de andere motorboot heeft volgens de rechtbank te hard gevaren en op het moment dat de motorboot op hem afvoer, heeft hij uitgeweken naar links terwijl hij een uitwijkmanoeuvre naar rechts had moeten maken. Daardoor voeren beiden boten recht op elkaar af en is een aanvaring ontstaan. Het vaargedrag van de 65-jarige schipper is door de rechtbank aangemerkt als aanmerkelijk onvoorzichtig en onachtzaam. 

De rechtbank legt de 55-jarige feitelijk bestuurder van een van de motorboten geen straf op. Het ongeval heeft een bijzonder grote impact op de verdachte gehad en heeft het nog steeds, nu het dodelijk slachtoffer zijn eigen zoon is. De rechtbank is van oordeel dat het opleggen van een straf aan de verdachte geen strafrechtelijk doel dient.

De 59-jarige schipper, die de motorboot feitelijk niet bestuurde, is gelet op zijn rol, veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren en een ontzegging van de vaarbevoegdheid voor de duur van één jaar.

Alle drie de mannen moeten aan meerderde benadeelde partijen schadevergoedingen betalen. Aan het slachtoffer dat bij het ongeval zwaargewond is geraakt, is een schadevergoeding toegekend van in totaal 392.567,20 euro voor materiële en immateriële schade. Aan de beide pleegouders van dit slachtoffer is een immateriële schadevergoeding toegekend van elk 17.500,- euro en aan haar tweelingbroer een bedrag van 15.000,- euro.