Beide kinderen zijn door de politie verschillende keren verhoord in een zogenaamde kindvriendelijke verhoorstudio. Volgens de rechtbank zijn de verklaringen van beide zusje gedetailleerd, consistent en specifiek over de seksuele handelingen. Bij haar beoordeling heeft de rechtbank een deskundige (psycholoog) gevraagd onderzoek te doen naar de inhoud van de verklaringen en de wijze waarop ze tot stand zijn gekomen. De rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat de verklaringen betrouwbaar zijn en daarmee bruikbaar als bewijs. Omdat de verklaringen van de zusjes elkaar over en weer ondersteunen en er ook genoeg steunbewijs is, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zijn dochters seksueel heeft misbruikt. De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat sprake zou zijn van een verzonnen verhaal of een wraakpoging op de vader door de moeder van de kinderen.