De rechtbank volgt het betoog van Vlaams Gewest niet. De rechtbank oordeelt - samengevat - dat het Vlaams Gewest toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat het Vlaams Gewest aansprakelijk is voor de schade die de provincie Limburg en de gemeente Maastricht geleden hebben.
De Lijn is naar het oordeel van de rechtbank niet aansprakelijk en de vorderingen tegen De Lijn wijst de rechtbank daarom af.
De rechtbank komt nog niet toe aan de beoordeling van de omvang van schade, die de provincie Limburg en de gemeente Maastricht vorderen van het Vlaams Gewest, omdat de rechtbank tussentijds hoger beroep openstelt. Dat betekent dat partijen - als zij dat wensen - eerst aan het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch kunnen vragen of deze het eens is met de oordelen die de rechtbank heeft gegeven. De rechtbank draagt partijen op om op een datum genoemd in het vonnis de rechtbank te informeren of zij gebruik maken van de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen.