De rechtbank vindt bewezen dat de handbal- en judotrainer tussen augustus 2017 en januari 2018 ontuchtige handelingen heeft gepleegd die vooral bestonden uit het betasten van de borsten van zijn slachtoffer. Dat gebeurde rond haar 15e en 16e levensjaar. De verdachte heeft bekend dat hij dit heeft gedaan. Hij is gestopt met zijn activiteiten bij de sportverenigingen waar hij als vrijwilliger trainingen gaf.

De verdachte is onderzocht door een psycholoog en een psychiater. Op basis van hun conclusies oordeelt de rechtbank dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat hij actief was in de gehandicaptensport en het meisje niet alleen minderjarig was maar ook verstandelijk beperkt is. Dat maakt haar extra kwetsbaar. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij zijn positie misbruikt en het vertrouwen dat in hem werd gesteld beschaamd. Naast de straf moet de man een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen.

De man werd ook verdacht van ontucht met een tweede slachtoffer, eveneens een meisje met een verstandelijk beperking dat bij hem trainde. De rechtbank zag zich echter gedwongen de verdachte hiervan vrij te spreken omdat het Openbaar Ministerie hem alleen vervolgde voor ‘ontucht met een minderjarige’, terwijl dit meisje destijds al meerderjarig was. Ontucht met een minderjarige kan dan niet worden bewezen en dus kan daar ook geen veroordeling voor volgen.