De rechtbank acht bewezen dat het letsel bij de baby (diverse bloedingen in de hersenen en de ogen en gebroken ribben) is veroorzaakt door menselijk handelen, maar komt tot een vrijspraak omdat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat het hoofdletsel op 23 februari 2017 door de verdachte is toegebracht op het moment dat hij alleen thuis was met zijn dochter.

Een deskundige van het NFI heeft in deze zaak onderzoek gedaan naar het letsel dat de baby had. De deskundige heeft geconcludeerd dat de baby op minstens 2 verschillende momenten letsel is toegebracht. Wanneer de baby voor het laatste normaal gefunctioneerd heeft, kan niet worden vastgesteld. Wanneer de baby letsel is toegebracht, kan de deskundige niet precies vaststellen. De afwijkingen in het hoofd van de baby moeten volgens de deskundige uren tot maximaal enkele dagen voor de ziekenhuisopname zijn ontstaan. 

De verdachte ontkent het letsel te hebben toegebracht en uit de verklaringen van de getuigen blijkt ook niet dat de verdachte zijn dochter heeft mishandeld. 

Omdat op basis van het rapport van de deskundige niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat het letsel is toegebracht toen de verdachte op 23 februari 2017 alleen thuis was met zijn dochter en overig bewijs ontbreekt, kan niet overtuigend bewezen worden dat de verdachte schuldig is aan het tenlastegelegde. De mogelijkheid dat een ander verantwoordelijk is voor het letsel kan niet worden uitgesloten.