Het lijkt erop dat er nauwelijks aanleiding is geweest voor het steekincident. Het enige wat naar voren is gekomen, is dat het slachtoffer eerder die ochtend met een schrobmachine tegen de stoel van de verdachte is aangereden en dat het zo nu en dan niet boterde tussen hen. Volgens de rechtbank is er geen bewijs van voorbedachte rade: de verdachte is namelijk niet planmatig te werk gegaan. Daarom wordt hij vrijgesproken van moord. De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring voor doodslag. Door meerdere keren te steken met het mes had de verdachte opzet op het doden van het slachtoffer. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar. Dit is 3 jaar minder dan de eis van de officier van justitie. Anders dan de officier is de rechtbank niet van oordeel dat de verdachte het slachtoffer bewust wilde doden. Maar, door met een mes op hem in te steken, heeft de verdachte wel de kans aanvaard dát het slachtoffer zou komen te overlijden. In dat geval is er sprake van, zoals dat juridisch heet, voorwaardelijk opzet. Ook moet de verdachte een schadevergoeding betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer. Hij heeft onherstelbaar leed en verdriet toegebracht aan de echtgenote en vier minderjarige kinderen van het slachtoffer.