Uit de geluidsopname maakt de rechtbank op dat de man al een paar weken vóór de schietpartij van plan was om het slachtoffer te doden. Hij zegt namelijk dat hij eerder met een doorgeladen pistool voor haar deur zat en met haar had afgerekend als zij op dat moment ‘een foute keuze’ had gemaakt. Hij doelt daarmee op de angst dat zij zijn spullen zou verkopen. Uit het feit dat de man op 13 juni bewust een geladen vuurwapen meenam naar zijn ex en hij pas schoot nadat zij hem afwees door het gesprek te beëindigen, leidt de rechtbank af dat hij zijn eerdere voornemen alsnog heeft uitgevoerd. Dat zijn ex het gesprek beëindigde, was voor hem ‘een foute keuze’ waar hij het eerder al over had. Naar het oordeel van de rechtbank is het besluit van de man om zijn ex dood te schieten op het moment dat zij ‘een foute keuze’ zou maken, genomen toen hij in de auto stapte om naar haar toe te gaan. De fatale schietpartij vond een paar uur later plaats. In die uren is hij niet van gedachten veranderd. Daarbij komt dat het eerste schot niet fataal was. Toch heeft hij het naar eigen zeggen ‘afgemaakt’ door nog een aantal keer gericht op haar te schieten. Dit alles maakt dat volgens de rechtbank sprake is van voorbedachten rade.