Op 21 december 2019 hebben de verdachten in Almere een afspraak met drie mannen. Het gaat om een drugsdeal waarbij de verdachten de kopers zijn. Op camerabeelden is te zien hoe het vijftal ’s middags een appartementencomplex ingaat. Als ze een woning binnengaan, wordt volgens de broer van het slachtoffer vrijwel direct geroepen: ‘Schiet!’ en ‘Ik vermoord je!’ Het slachtoffer wordt van dichtbij in zijn borst geschoten. De verdachten schieten ook op zijn broer. Die overleeft de schietpartij. Na een vechtpartij gaan de verdachten er met een rugzak vandoor.

Op de camerabeelden is ook te zien hoe de verdachten vlak na de schietpartij het appartementencomplex uitrennen. De twee mannen die ook binnen waren, onder wie de broer van het slachtoffer, leggen na afloop bij de politie een verklaring af. Ze omschrijven de verdachten en vertellen wat er is gebeurd. Dit doen zij onafhankelijk van elkaar. De rechtbank stelt vast dat zij hun verklaringen niet met elkaar hebben kunnen afstemmen omdat één van hen direct na het schietincident is gevlucht. De politie vindt in de hal van het appartementencomplex een blauwe capuchon. Op de beelden is te zien dat één van de verdachten met deze capuchon aan zijn jas binnenkomt. Bij zijn vertrek mist die. Op de capuchon wordt later DNA van de verdachte aangetroffen. De politie vindt in de woning ook een formulier dat op naam staat van de andere verdachte. Bovendien wordt daarop ook zijn vingerafdruk aangetroffen.

De rechtbank oordeelt dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan gekwalificeerde doodslag op het overleden slachtoffer én een poging daartoe op zijn broer. De (poging) doodslag ging namelijk gepaard met een ander strafbaar feit, namelijk een diefstal met geweld. De rechtbank veroordeelt het duo dan óók voor het stelen van een tas met daarin drugs en geld. Beide verdachten nemen geen verantwoordelijkheid voor wat ze hebben gedaan. Ze zijn na de schietpartij beiden op de vlucht geslagen. Eén van hen is nog steeds spoorloos. De verdachten zijn allebei al eens eerder veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. De rechtbank legt beiden een gevangenisstraf op van 14 jaar. Dit is conform de eis van de officier van justitie. Ook moeten er schadevergoedingen worden betaald aan de familie van het overleden slachtoffer én aan het slachtoffer dat de schietpartij heeft overleefd.