Bij de aanslag op het slachtoffer is volstrekt roekeloos gehandeld door met een automatisch wapen midden in een woonwijk, met getuigen, te gaan schieten. Het slachtoffer zit sinds de moordpoging ondergedoken en er is bij hem een depressie en een posttraumatische stressstoornis vastgesteld. Daarnaast heeft het meedogenloze en levensgevaarlijke handelen gevoelens van angst en onveiligheid bij buurtbewoners en vele andere mensen in de samenleving opgeroepen. De rechtbank rekent dit verdachten zeer zwaar aan. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar vergelijkbare zaken. De rechtbank wijkt daarom af van de eis van de officier van justitie. Naast de lange gevangenisstraf legt de rechtbank beide verdachten ook een contactverbod met het slachtoffer op.