Op 23 april kreeg de politie een melding dat er vanuit de woonkamer van de verdachte een wapen gericht stond op de straat. Tijdens het politieonderzoek werden vervolgens twee automatische wapens en een grote hoeveelheid onderdelen voor wapens, munitie en patronen aangetroffen. Eén van de automatische wapens, een machinegeweer, was onklaar gemaakt. Dit was het wapen dat op de straat stond gericht. Het andere wapen, een pistoolmitrailleur, was wel gebruiksklaar. Daarnaast was de verdachte in het bezit van een stroomstootwapen.

De verdachte heeft bekend eigenaar te zijn van de wapens en deze door de jaren heen te hebben verzameld. Naar eigen zeggen had hij niet de intentie om de wapens te gebruiken.

Toch had de man moeten weten dat hij deze wapens niet mocht bezitten, zo oordeelt de rechtbank. Het ongecontroleerde bezit van wapens verhoogt het risico op geweld en brengen gevoelens van onveiligheid met zich mee. Daarnaast zijn wapens gevaarlijk. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het illegaal bezitten van wapens. Omdat één van de wapens onklaar gemaakt was, komt de rechtbank tot een lagere straf dan de geëiste 3 jaar cel waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Dat het andere wapen wel gebruiksklaar was, rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. De verdachte krijgt daarom een celstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk.