Volgens de verdachte had hij al jaren ruzie met zijn buurman. Ook op 25 mei 2019 gaat het mis tussen de twee. Het slachtoffer staat met twee andere mannen op straat. Hij heeft een woordenwisseling met de verdachte. Op een filmpje op de telefoon van de verdachte is te horen hoe de mannen elkaar uitdagen. De verdachte is daarna zó boos dat hij een honkbalknuppel uit de schuur pakt en in zijn woning legt.

De vriendin van de verdachte verklaart dat hij de volgende ochtend boos wakker werd. Hij zou toen al hebben gezegd dat hij het slachtoffer dood ging slaan. Als hij de buurman weg hoort gaan op zijn scooter, pakt hij de honkbalknuppel en rijdt hij achter hem aan. Een getuige ziet hoe hij hem aanrijdt. Ze vallen vervolgens allebei op de grond. Op camerabeelden is te zien hoe de verdachte achter het slachtoffer aan rent en hem met de honkbalknuppel slaat. Ook als het slachtoffer op de grond ligt, slaat de verdachte nog een paar keer hard met de knuppel tegen zijn hoofd.

Volgens de rechtbank is in deze zaak sprake van voorbedachten rade. Na de ruzie op 25 mei pakte de verdachte al een honkbalknuppel en appte hij naar zijn vriendin dat hij het slachtoffer wilde doden. De volgende ochtend herhaalde hij dit door te zeggen dat hij hem zou doodslaan. Vervolgens is hij met de honkbalknuppel achter het slachtoffer aan gegaan en sloeg hij hem meerdere keren op zijn hoofd. Vlak daarna appte hij naar zijn vriendin: ‘klaar met hem’. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat de verdachte een vooropgezet plan had om het slachtoffer te vermoorden. De verdachte had zich op verschillende momenten kunnen bedenken, maar dit deed hij niet.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte het slachtoffer op meedogenloze wijze heeft doodgeknuppeld. Dit deed hij op klaarlichte dag, midden op straat, voor een winkel. De verdachte heeft niet meegewerkt aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Hierdoor hebben de onderzoekers een eventuele stoornis niet vast kunnen stellen, maar ook niet uit kunnen sluiten. Ook is niets duidelijk geworden over het recidivegevaar. Alles overwegende komt de rechtbank tot een gevangenisstraf van 18 jaar. Dit is conform de eis van de officier van justitie.