De man werd ook verdacht drie andere gevallen van schennispleging en van het betasten van drie jonge vrouwen. Dit zou hebben plaatsgevonden in Baarn in januari en februari van dit jaar. Het bewijs tegen de man bestaat in die zes de verdenkingen uit de verklaringen van de aangeefsters. De rechtbank spreekt de man vrij omdat deze verklaringen onvoldoende steun vinden in enig ander bewijs. Ook zijn de signalementen die de vrouwen gaven te algemeen om de verdachte daaraan te kunnen linken. Daar komt bij dat zij de zeer opvallende en zichtbare tatoeages in zijn hals en op zijn handen niet hebben opgemerkt. Het enkele gegeven dat één vrouw sprak over een tatoeagestreep op de onderrug, die de verdachte ook heeft, is niet specifiek genoeg om tot voldoende steunbewijs te komen.