Van 14 tot 20 mei kreeg de familie uit Lelystad bedreigende berichten van verdachte. Hij eiste dat er binnen twee tot vier dagen twee ton in euro’s ‘op tafel moest komen’, anders zou de zoon van de familie worden doodgeschoten. Om zijn woorden kracht bij te zetten had de verdachte voorafgaand aan de berichten twee keer met een vuurwapen op de auto van één van de familieleden geschoten. De familie heeft uit angst het huis tijdelijk verlaten.

De familie betaalde niet en waarschuwde de politie. Uit het dossier komt volgens de rechtbank onvoldoende naar voren hoe en vanaf welk moment de politie betrokken is bij de onderhandelingen met de verdachte. Verder is bij de aanhouding van verdachte een politiehond ingezet waarbij verdachte ernstig gewond geraakt. In het dossier mist de informatie waarom de politiehond moest worden ingezet.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing, het sturen van dreigende berichten en het vernielen van de auto van de familie. De rechtbank veroordeelt de verdachte daarom tot 24 maanden celstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Dit is een lagere straf dan de geëiste 5 jaar, omdat de rechtbank heeft gekeken naar straffen in vergelijkbare zaken en omdat informatie over de aanhouding en de inzet van de politie ontbreekt.