14 jaar geleden haalde de verdachte, die zelf 19 jaar in Nederland woont, zijn moeder naar Nederland omdat haar gezondheid achteruit ging. Gedurende die 14 jaar woonde de verdachte samen met zijn moeder en verzorgde hij haar. Zes maanden voor de dood van zijn moeder moesten zij hun woning verlaten. Ze verhuisden naar een kleine kamer in een woning die zij deelden met vijf andere bewoners. De moeder van verdachte vertoonde al een tijd tekenen van dementie, maar in de laatste zes weken voor haar dood ging het steeds slechter met haar gezondheid. Ze kon niet meer alleen gelaten worden, omdat ze vaak in paniek raakte, schreeuwde en de verdachte soms niet meer als haar zoon herkende. De medebewoners klaagden over de geluidsoverlast bij de verdachte. Zo’n zes weken voor de dood van zijn moeder nam de verdachte ontslag bij zijn werkgever, omdat hij zijn moeder helemaal niet meer alleen kon laten. Vanaf dan zorgde hij fulltime voor zijn moeder. In de nacht van 16 april, zo verklaarde de verdachte, was zijn moeder weer in paniek geraakt, bleef zij schreeuwen en herkende zij hem niet. Het lukte verdachte niet om haar stil te krijgen en hij was bang dat zijn medebewoners wakker zouden worden. Hierdoor werd hij steeds wanhopiger.