Die aangifte wordt onder andere ondersteund door een bericht van de school van de kinderen. De verdachte probeerde in september 2022 de kinderen uit te schrijven, omdat ze volgens hem niet terug zouden keren naar Nederland. Ook is de verdachte door Samen Veilig, de instelling waarbij de kinderen tussen 10 augustus 2022 en 10 februari 2023 onder toezicht stonden, verplicht om ervoor te zorgen dat de kinderen vóór 7 oktober 2022 terug zouden zijn in Nederland. Deze verplichting volgde de verdachte niet op. In oktober 2023, ruim een jaar nadat aan verdachte was opgedragen de kinderen naar Nederland terug te brengen, is één van de kinderen vanwege gezondheidsredenen teruggekeerd naar Nederland. Voor de verdachte was het dus wel degelijk mogelijk om de kinderen naar Nederland te halen. Hij had dit voor de andere kinderen ook kunnen en moeten doen. Zelfs toen de situatie in Gaza escaleerde heeft de verdachte geen actie ondernomen om zijn kinderen terug naar Nederland te brengen. Vier van de vijf kinderen verblijven momenteel nog in Gaza, waar hun veiligheid niet is gegarandeerd. De rechtbank vindt het extra kwalijk dat de verdachte ook in deze extreem onveilige situatie geen enkele inspanning heeft verricht om de kinderen naar Nederland over te brengen. Bij gebrek aan medewerking van de verdachte is er geen enkel vooruitzicht dat de kinderen op korte termijn uit deze situatie worden gehaald. De verdachte heeft zijn kinderen in gevaar gebracht en heeft de moeder van de kinderen belemmerd in haar recht om haar kinderen op te voeden en te verzorgen. Uit het dossier blijkt ook dat de verdachte zich schuldig gemaakt aan mishandeling van de moeder van zijn kinderen. Hij heeft haar geslagen, geschopt en bij de keel gegrepen.